Inhoud
Mogelijke oorzaken
Wanneer wordt de code gedetecteerd?
De MIL schakelt zichzelf uit na vier opeenvolgende ontstekingscycli waarbij de diagnose foutloos loopt.Mogelijke symptomen
P0601 Isuzu-beschrijving
Het zenuwcentrum van het brandstofinjectiesysteem is de motorregeleenheid (ECM). De ECM houdt constant toezicht op de informatie van verschillende sensoren en regelt de systemen die starten na de prestaties van het voertuig. De ECM is ook bevoegd om alle diagnostische functies van het systeem te besturen. Het kan operationele fouten detecteren en de bestuurder waarschuwen via het storingslampje (MIL). Het slaat ook een Diagnostic Trouble Code (DTC) op en slaat deze op. Deze detecteert de waarschijnlijk probleemoplossende onderdelen om de technicus te helpen bij het repareren.Om de programma-informatie en de kalibraties die nodig zijn voor de motor, de werking van de trans-axle diagnose, op te nemen, wordt een elektrisch wisbaar programmeerbaar read-only geheugen (EEPROM) gebruikt. Voor het detecteren van fouten in de software de ECM gebruikt een speciaal ontwikkelde waarde die de controlesom wordt genoemd.
De controlesom (zelfverklarend) is een waarde die de som is van alle getallen in de software die bij elkaar zijn opgeteld. Als de waarden die zijn vastgelegd door de ECM en de controlesom komt niet overeen, dan is een controlesomfout gemarkeerd.